Nu, zoveel jaar later, nu ik het meer van afstand bekijk, weet ik alleen nog maar zeker dar Zoetemelk de beste Nederlandse wielrenner aller tijden was en is. Hij had de pech dat hij Merckx en Hinault op zijn pad trof, maar heeft desondanks veel en veel verschillende soorten wedstrijden gewonnen; hij bleef fietsen, jaar in jaar uit, en altijd op een hoog niveau. Misschien was ik van mijn 13e tot en met mijn 22e (zo oud was ik toen Zoetemelk ermee stopte, 22 pas, zo jong!) nog niet in staat om zijn zeer nadrukkelijke niet-spectaculaire manier van doen te waarderen. Misschien eiste ik, op grond van mijn leeftijd, ander gedrag van een topsporter dan ik nu doe: wie geen held was en wie zich niet als een held gedroeg, ik bedoel: wie zich niet gedroeg naar het beeld dat ‘ik’ van een held had, telde niet mee.
Als ik hem bezig hoorde en zag tijdens interviews, deze onhandige man die niet uit zijn woorden kwam, dan vond ik dat bijna beledigend, voor mij, voor de kijkers in het algemeen en zelfs voor de interviewer. Ik stelde het gedrag van de interviewer, die op grond van zijn eerdere ervaringen met Zoetemelk kon weten dat deze geen groot prater was, niet ter discussie, sterker nog, ik ging er van uit dat Zoetemelk de plicht had om antwoorden te geven, briljante antwoorden zelfs, in ieder geval minder onbenullige antwoorden dan hij anders gaf, ik ging er van uit dat hij die plicht had als hem iets werd gevraagd – zelfs als hij al ongelooflijk vaak had laten merken dat hij er geen prijs op stelde om te worden geïnterviewd. Doorgaan met het lezen van “Schaamte om Zoetemelk (3)”