Herdenken

Het doet me deugd dat er gisteren in Nederland nog steeds een mogelijkheid was om de Nederlanders die in de Tweede Wereldoorlog (en in alle gewapende conflicten die daarop tot nu toe volgden en waar Nederlanders bij betrokken waren) werden gedood, te herdenken. Nog een jaar of tien en op de Dam wordt op 4 mei een krans gelegd door de koning van Marokko, de ambassadeur van Duitsland, een hoge officier uit Turkije en, tot slot, koning Willem Alexander. Om de koning en de hoge officier niet te schofferen, zij herdenken hier ook hún doden, wordt er niet gerept over de joodse Nederlanders die tussen 1942 en 1945 werden vermoord. Zo lang de Palestijnse kwestie nog niet in het voordeel van de Palestijnen is beslecht, ligt dat te gevoelig. Willem Alexander zal tijdens het afsluitende (alcoholvrije) banket een speech houden waarin het woord ‘God’ niet voorkomt.

Eerste keer Martin Bril zien (en K. Michel)

Vandaag dacht ik aan de eerste keer dat ik Martin Bril van dichtbij zag. Het gebeurde bij Perdu aan de Kerkstraat. Ik denk ergens eind jaren tachtig. Op vrijdagmiddag werd daar borrel gehouden door Chris Keulemans. Als bezoeker uit Nijmegen was ik daar bij aanwezig, een keer.

Het groepje dat bijeen zat keuvelde wat, over gedichten, over literatuur, over nog meer gedichten… het ging in die jaren altijd over literatuur en gedichten, aan de lopende band. De vraag welk gedicht je mooi vond, of welk boek, was van levensbelang en je had er een dagtaak aan om er een antwoord op te formuleren.

De dichters die ‘er toe deden’ en de dichters die ‘er niet toe deden’… de rij namen kon elke week veranderen; wie de ene dag nog ‘intens’ schreef, bleek de volgende dag een ‘epigoon’ of een ‘hermeticus’, allebei geen aardig bedoelde omschrijvingen. Doorgaan met het lezen van “Eerste keer Martin Bril zien (en K. Michel)”