Kijktip: Otesánek (Little Otik) van Jan Švankmajer

Een mooie film van Jan Švankmajer uit 2000, die is gebaseerd op een Tsjechisch sprookje. Meer info over de film hier (opgepast, de plot wordt verraden), en meer info over het sprookje waarop de film is gebaseerd hier (opgepast, de plot wordt hier ook min of meer weggegeven). Een dvd of zoiets kopen geeft fijner beeld, maar YouTube biedt enige uitkomst (inclusief Engelse ondertitels), al is de film in twee stukken geknipt en danst het beeld versleten-video-achtig.

Doorgaan met het lezen van “Kijktip: Otesánek (Little Otik) van Jan Švankmajer”

Advertentie

Met Harry Mulisch naar Auverre

Gisteren droomde ik dat ik met Harry Mulisch in Frankrijk was. We reden over een snelweg. Ik zat achter het stuur en kon auto rijden. In het echt bezit ik geen rijbewijs, maar het ging me goed af. Een beetje suffend zat ik achter het stuur, tot Harry – in mijn droom mocht ik Harry zeggen, al was ik me voortdurend bewust van zijn aanwezigheid – plotseling schreeuwde: ‘Je moet hier afslaan.’ Ik gooide het stuur om en wist, terwijl ik het deed, dat we verkeerd reden. Een bordje gaf aan: Auverre. ‘We hoeven helemaal niet naar Auverre,’ zei ik. Harry zweeg. Zijn hoed onttrok het overbekende, scherp-gesneden gezicht bijna helemaal aan het oog. Doorgaan met het lezen van “Met Harry Mulisch naar Auverre”

Chriet Titulaer en de lachspiegel

Het was een geweldig idee van Jelle Brandt Corstius. Hij, half-autistische zoon van een volledig autistische vader, meldde zich aan bij zijn aan asperger lijdende vrienden van De Wereld Draait Door om de enigszins in zichzelf gekeerde Chriet Titulaer, net overleden, te ‘herdenken’. Maar ja, Chriet Titualaer herdenken, hoe doe je dat? Wat herdenk je? Dat hij een groot populisator was van de wetenschap en daarom wel eens iets ‘voorspelde’? Dunnetjes. Gelukkig waren daar nog: Chriets uiterlijk en, vooral, Chriets accent. Doorgaan met het lezen van “Chriet Titulaer en de lachspiegel”

De Titaan #13 verschijnt (eindelijk)

De redactie van De Titaan laat weten:

U heeft geduld moeten hebben, maar u weet: geduld loont en schone zaken staan voor de deur. Rond of na dit weekeinde valt alweer de dertiende editie van ’s lands literairste visverpakking op uw mat met het prachtige thema: Goesting. Abonnees binnen de ringbaan van Tilburg kunnen hun voordeur in de gaten houden om een glimp op te vangen van de redacteurs die de nieuwe editie persoonlijk in uw brievenbus achterlaten. De rest van de abonnees mag de postbode een hartelijke knuffel geven.

In De Titaan #13 vindt u bijdrages van, let op: Harry Vaandrager, Elske van Lonkhuyzen, Josse Kok, Tim Foncke, Tom Hofland, Daan Doesborgh, Bas Jongenelen, Anne Lichthart en Jozien Wijkhuijs, vaste bijdragen van Chrétien Breukers, Jerry Hormone, Brutil Manhave, Joubert Pignon en Lisa Weeda, en een interview van Lukas Meijsen met Ronald Giphart. Zoals eerder bekend gemaakt schrijf ik een reeks voor de afscheidsjaargang van De Titaan: Twee verhalen over het leven, dat lang niet altijd meevalt. De eerste twee verhalen gaan over een gangbang in Bos en Lommer en over een droom, waarin Joubert Pignon en de abrikozenjam van Bonne Maman de hoofdrol spelen.

Denken aan Salco Tromp Meesters

Gisteren was ik in Eindhoven. Ik heb mooie herinneringen aan de stad, waar ik ooit een eerste betaalde voordracht hield. Op het plein voor de Bijenkorf. In 1987. Het geheel was geregeld door Rob van Erkelens, met wie Jack van der Weide en ik een literair blad hadden dat Tristan heette. Hoe Rob aan Salco Tromp Meesters was gekomen? Geen idee. Maar hij had hem ontmoet en we waren door hem naar Eindhoven gehaald. Als ik het me goed herinner kregen we samen 375 gulden. Een astronomisch bedrag. Het voelde alsof het echte leven op beginnen stond. Doorgaan met het lezen van “Denken aan Salco Tromp Meesters”

Ze zei ook hallo en liep door

Laatst stuurde een schoolvriend me een foto van een groepje leerlingen uit mijn klas. VWO 4, ergens in de vorige eeuw. Het was een onspectaculaire foto, van een groep meisjes en jongens met kleding die ik meteen herkende, alsof de broek en het overhemd weer klaar lagen op mijn stoel, naast mijn bed: ik hoefde ze alleen nog even aan te trekken en naar school te gaan om opnieuw in die tijd te zijn. Alles was er nog, het had alleen jaren opgeslagen gelegen in mijn herinnering, zonder dat het ooit was opgesprongen. Doorgaan met het lezen van “Ze zei ook hallo en liep door”

De dag waarop ik (geen) detectiveschrijver werd

‘Daar zijn de lezeressen op wie wij mikken te dom voor,’ zei de uitgeefster die me had gevraagd om een detectiveroman te schrijven, nadat ze het door mij ingeleverde manuscript had gelezen. ‘Het zit zo: het verhaal mag niet afleiden. De hoofdpersoon moet lijken op de lezeressen. De seks mag niet te grof zijn. De gedachten niet te diep. Geen lastige zinnen. Geen ironie.’ ‘Dat is alles?’ vroeg ik. ‘Dat is alles,’ zei de uitgeefster. Doorgaan met het lezen van “De dag waarop ik (geen) detectiveschrijver werd”

De man met de oordempers

De kade is gedeeltelijk opgebroken. De stenen van de rijweg worden per rij losgewrikt door een werkman met een gele, fluorescerende jas aan. Hij draagt ook een pet en een laaghangende spijkerbroek. Terwijl hij werkt, luistert hij naar muziek. Die komt uit een op een bermbom lijkend apparaat dat op een meter of vijf van hem af staat. De muziek staat zo hard dat ik het raam moet sluiten als ik in rust wil werken. Het irriteert me, maar ik durf hem niet te vragen of hij het geluid zachter wil zetten. Misschien weigert hij de straat dan, net voor mijn huis, weer dicht te maken als het zover is (en als het ooit zover komt). Doorgaan met het lezen van “De man met de oordempers”

Je hebt het leven zelf gezien

Naar aanleiding van Tussen licht en donker van A.H.J. Dautzenberg en Diederik Stapel

Sommige dingen blijven onverklaarbaar. Waarom de films van Eric Rohmer zo fascinerend zijn is er een van. Je kijkt naar een verhaal van niks, niet-spectaculair opgenomen, heel strak in de verf gezet – en toch heb je na afloop het idee dat je net hebt gezien hoe een oude wereld ten onder ging, om plaats te maken voor een nieuwe (die te zijner tijd ten onder zal gaan). Je hebt, denk je, het leven zelf gezien. Maar hoe zag dat leven er dan uit? Daarop moet je het antwoord schuldig blijven. Het ontglipte je. Doorgaan met het lezen van “Je hebt het leven zelf gezien”

Dan gaan we dezelfde kant op

‘Je weet dat ik geen ego heb,’ zei Wim Brands, als hem iets dwars dreigde te gaan zitten. Daarop volgde een verhaal waarin de collega/concurrent/vriend in een paar alinea’s (die je als het ware voor je ogen zag ontstaan, terwijl Wim sprak) werd gefileerd, omdat deze persoon iets had geschreven of gezegd waar Brands cholerisch van werd. ‘Gelukkig heb je geen ego,’ antwoordde ik dan. ‘Dat is waar; maar jij bent een Limburger. Die snappen dat niet.’ Doorgaan met het lezen van “Dan gaan we dezelfde kant op”