Paul Demets en de paradox van de liefde voor poëzie

Dit is een gedicht. Je herkent deze tekstsoort over het algemeen aan de onwil om de regel helemaal uit te vullen en aan de grote hoeveelheid witregels. Wat het taalgebruik betreft: als vaagheid en een zekere hang naar mooie formuleringen die niet per se iets willen betekenen de boventoon voeren: grote kans dat het dan een gedicht betreft. Ik denk dat we deze tekst van Paul Demets, door mij gelezen op Neerlandistiek, en genomen uit de bundel De klaverknoop waarvoor Demets de Jan Campert-prijs kreeg, daarom met een gerust hart ‘een gedicht’ kunnen noemen, zeker omdat Demets zelf dat ook doet. Het ding heet ‘Haas’: Doorgaan met het lezen van “Paul Demets en de paradox van de liefde voor poëzie”