Vooroordelen over Moffen

Ik zat in Asia Gourmet. Berlin Hauptbahnhof. Een echtpaar ging aan de tafel tegenover me zitten. Een grote man en een grote vrouw. Een jaar of dertig. Ze zetten allebei een groot bord eten voor zich neer. Ik dacht: Ja, zie je wel, Duitsers, die mensen eten meer. In Nederland zou een vrouw nooit zo veel eten bestellen. De man zette de borden op tafel en ging het drinken halen, twee halve liters bier. Ik nam een slok van mijn mineraalwater en keek naar de vrouw. Ze was erg groot, zeker 1 meter 90. Dat eten kreeg ze gemakkelijk weg, gemakkelijker dan ik. Een struise vrouw, zonder dik te zijn. Heel erg blond was ze. Blauwe ogen. Typisch, dacht ik, echt een Mof, ik wilde het woord dat mijn opa altijd gebruikte niet eens denken, maar het gebeurde toch. Ik dacht: Die vrouw, dat is een Mof. De man was veel minder een Mof. Hij was meer een soort Roemeen, met zijn lelijke afgeknipte spijkerbroek, zijn witte sportsokken, zijn wandelschoenen en zijn t-shirt met daarop de tekst ‘Iron Maiden, world tour ’81’. Zuinig ook. Dat t-shirt was dus al 36 jaar oud, of zouden ze die op voorraad houden bij de merchandisewinkel van Iron Maiden? De man ging zitten en pakte de pot sambal. Hij schepte drie lepels op zijn eten. De vrouw keek hem aan. Hij wilde nog een vierde lepel nemen. Uiteindelijk zag hij daar toch van af, onder haar nogal dwingende blik, die voelde ik zelfs op afstand. Hij vroeg iets aan haar. Ze gooide haar hoofd in de nek, lachte en zei, met een accent dat ergens tussen Rotterdam en Gouda was verwekt, Ik had je toch gevraagd om stokjes voor me mee te nemen, ik wil met stokjes eten. De man stond op en haalde stokjes. Ik keek een andere kant op en voelde mijn wereldbeeld lichtjes kantelen.

Ich habe reserviert

De oude Duitse vrouw kwam de coupé binnen en zei: Ich habe reserviert. De Portugese man die er al zat toen ik instapte, samen met zijn vrouw en dochter, moest weg. Als bewijs wapperde de Duitse vrouw met een biljet. Alles klopte.

Doorgaan met het lezen van “Ich habe reserviert”

Limburg

Helaas. Ik weet niet precies hoe het zit.

Gerbrand Bakker

Eén keer eerder in mijn leven heb ik een lezing gehouden in Limburg. Nee, ik meen dat er ook een lezing geweest is in Noord-Limburg en die werd wel aardig bezocht. Eén keer eerder in Maastricht. In die Dominicanerkerk. Er stond een enorme geluidsinstallatie klaar. Er kwamen twee dames op af. De rest van het winkelende publiek keek me aan alsof ik, ja, dat weet ik niet goed, wat was. Gisteravond gesprek onder leiding van Erik Lindner, met Roos van Rijswijk en mij. Op de Van Eijk Academie. Er waren zeven (7) bezoekers. Limburg. Moeilijke provincie. Altijd maar schreeuwen tegen westerlingen, tegen de randstad, altijd en eeuwig dat misplaatste minderwaardigheidsgevoel. Maar als er dan een westerling, wat zeg ik: drie (3) westerlingen, afzakt/afzakken, komen ze niet. Misschien omdát het westerlingen zijn, misschien omdat ze daarmee willen aangeven: jullie interesseren ons niet. Er was geen voetbal op de tv en ook…

View original post 413 woorden meer

De brieven aan Dubenka van Bohumil Hrabal

Bohumil Hrabal schreef tussen 1989 en 1991, richting het eind van zijn leven dus, brieven aan April Gifford, een studente Tsjechisch uit de Verenigde Staten die contact had gelegd met de schrijver en voor wie hij een milde verliefdheid had opgevat. Ze zocht hem op in het beroemde De Gouden Tijger, een van de stamcafé’s die Hrabal aandeed tijdens het kopen van zijn dagelijkse ‘imaginaire boodschappen’. Doorgaan met het lezen van “De brieven aan Dubenka van Bohumil Hrabal”

De man in de zwarte Toyota

Soms staat er ’s avonds een zwarte auto voor de deur. Het is een Toyota, maar ik weet niet welk type. De man die de auto bestuurt laat het ding eerst een minuut of tien stationair draaien. Ik kan niet goed bekijken hoe hij, de man, eruit ziet, want ik durf niet al te lang voor het raam te blijven staan. Hij zou wel eens kunnen denken dat ik hem bespied. Als hij de auto stilzet, blijft hij in de auto zitten. Een minuut of wat later begint hij te bellen. Ik zie hem in zijn telefoon praten. Hij is niet onrustig, het lijken me elke keer vrij kalme gesprekken. De man maakt nooit de indruk te schreeuwen, of van zijn stuk te zijn. Jammer genoeg kan ik hem niet verstaan, ook niet als hij, zoals nu, het raampje heeft opengedraaid. Soms legt hij de telefoon op het dashboard. Dan praat hij niet. Daarom denk ik dat hij meerdere gesprekken voert, tijdens de anderhalve uur die hij (ik heb het een keer of vijf geklokt) voor mijn huis staat. Na anderhalf uur is hij klaar met bellen en start hij de auto weer. Die laat hij opnieuw een minuut of tien stationair draaien. Pas dan maakt hij een draai op de kade en vertrekt in dezelfde richting als waar hij vandaan kwam. Het gaat nu al maanden zo. Hij komt niet op vaste dagen, maar hij komt minimaal twee keer per week (voor zover ik het kon controleren). Ik snap er niks van.

Recensie Voor de verre prinses

Een mooie recensie op de Poëzie Leestafel. (Bestel het boek hier.)

Voor de verre prinses is een wonderlijke en wonderschone bloemlezing.
Wonderlijk omdat het geen bloemlezing op zich is, maar een reeks brieven die Chrétien Breukers aan zijn geliefde schrijft. Zij vroeg hem naar zijn meest geliefde gedichten en zo ontstond er een brievenreeks en uiteindelijk deze bundel.
Wonderschoon omdat het je op het spoor brengt van bekende en minder bekende dichters en gedichten die je misschien nog niet zo vaak las, of wel las en uit het oog verloren bent, én omdat het vol staat met prachtige bespiegelingen over de liefde, maar ook over de poëzie op zich…

(…)

De lof op de gedichten breidt zich iedere brief uit tot een lof op haar, waardoor je als lezer onontkoombaar denkt ‘schreef iemand voor mij maar zulke brieven’. Maar wij gewone stervelingen zullen het met deze bundel moeten doen. Eentje om naast je bed te leggen om zo nu en dan gedichten of brieven te herlezen. Het is een bundel geworden waarvan je zin krijgt om weer meer poëzie te lezen. Of brieven te schrijven. Of lief te hebben. Of allemaal tegelijk.

Een van de twee verhalen uit De Titaan

Dit is een van de Twee verhalen over het leven, dat lang niet altijd meevalt. Voor het andere verhaal, zie De Titaan 13Koop dat blad, en neem een abonnement op de laatste jaargang (helaas).

Vannacht droomde ik dat ik Joubert Pignon was. Een fijne droom. Eindelijk was ik groter dan 1 meter 73 en hoefde ik niet naar mensen op te kijken. Ik had maar een beetje jeuk aan de eczeem op mijn rug en vond het wel jammer dat ik veel kaler was geworden. Joubert Pignon had zin om te masturberen. Doorgaan met het lezen van “Een van de twee verhalen uit De Titaan”

Liefdesbrief aan de boekhandelaar (m/v)

Aan de Nederlandse en Vlaamse boekhandelaren. Een week na jullie eigen Bookstore Day. Bij het verschijnen van Voor de verre prinses.

Lieve boekhandelaar,

Dit is een liefdesbrief, tot u gericht. Als u het type bent dat nooit meer liefdesbrieven ontvangt of leest, klik dit bericht dan onmiddellijk weg. Het is niet voor u bestemd.

Een groot deel van mijn leven heb ik in de prachtige winkels die u uitbaat doorgebracht. Ik kon mij geen groter geluk voorstellen dan dit: ooit in het bezit te zijn van een fractie van de schatten die u te koop aanbiedt. Altijd, maar dan letterlijk altijd zat of lag ik te lezen. Mijn oma zei wel eens: ‘Die verleest zijn verstand.’ Ze is nu dood en weet daarom niet dat ze gelijk heeft gekregen. Doorgaan met het lezen van “Liefdesbrief aan de boekhandelaar (m/v)”

Michel Houellebecq stemt vandaag niet

Michel Houellebecq stemt niet. Dat vertelt hij in een interview met France2 van 4 mei jongstleden, waarover Elsevier vandaag bericht. Zoals gewoonlijk antwoordt Houellebecq niet rechtstreeks. Via omtrekkende bewegingen (hij k0n niet stemmen op Macron, Fillon of Le Pen), maar dat geeft niet, want hij houdt alleen van directe democratie en stemt daarom helemaal niet. Hij ziet er goed uit op het filmpje, overigens. Zijn haar zit zelfs hip en hij lijkt over nieuwe tanden te beschikken. Bovendien is hij voorzichtig-positief over de toekomst van Frankrijk. Het is wat. De (voormalige?) dubbele houding tegenover politiek en verkiezingen verwoordt hij mooi in Onderworpen: Doorgaan met het lezen van “Michel Houellebecq stemt vandaag niet”

Dautzenberg en Stapel: Van licht en donker

Film is fictie, maar dat klopt natuurlijk niet. Film is fictie die de werkelijkheid aan de oppervlakte brengt, letterlijk werkelijker maakt. Of hij geeft aanleiding om over de werkelijkheid te spreken, wat sommige dingen uit de werkelijkheid die verborgen bleven aan de oppervlakte brengt en onthult. In hun boek Van licht en donker spreken A.H.J. Dautzenberg en Diederik Stapel over film. De titels van films en namen van regisseurs vliegen je om de oren – je bent tijdens het lezen voortdurend aan het zoeken naar nog meer informatie over de films waarover wordt gesproken, je maakt al lezend lijstjes van films die je nog moet zien. Het is een enthousiasmerend boek over film en die verschijnen niet zo veel in het Nederlandse taalgebied. Doorgaan met het lezen van “Dautzenberg en Stapel: Van licht en donker”