De Tour en de verveling (en Tom Dumoulin en mijn vader)

Tussen mijn tiende en mijn zeventiende keek ik in de zomer altijd elke dag naar de Tour de France, meestal via de Vlaamse televisie. Het waren heel andere tijden, soms kon een helikopter niet opstijgen en zat je uren naar een klok te kijken waarvan de wijzers almaar verschoven: de rechtstreekse uitzending begint om 15.00, 15.10, 15.30 et cetera.

Doorgaan met het lezen van “De Tour en de verveling (en Tom Dumoulin en mijn vader)”

Schaamte om Zoetemelk (4 en slot)

Eind vorig jaar verscheen een nieuwe biografie, waarin ‘het ware verhaal’ van Joop Zoetemelk, of beter: het verhaal achter het imago van Zoetemelk, uiteen wordt gezet. Hier staat een bespreking van het boek. Een eenzaam leven, met een zieke vrouw en een wat vervelende schoonfamilie. Menigeen zou op de tafel hebben geslagen. Zoetemelk stapte op de fiets, en bleef daar tot na zijn veertigste op zitten. Maar Zoetemelk, ondanks zijn ongelooflijke erelijst toch niet helemaal aanvaard als de grootste Nederlandse renner ooit (ja, ook beter dan Jan Janssen), is niet alleen óp de fiets bijzonder, hij bleek dat ook in ‘het gewone leven’ te zijn. Doorgaan met het lezen van “Schaamte om Zoetemelk (4 en slot)”

Schaamte om Zoetemelk (3)

Nu, zoveel jaar later, nu ik het meer van afstand bekijk, weet ik alleen nog maar zeker dar Zoetemelk de beste Nederlandse wielrenner aller tijden was en is. Hij had de pech dat hij Merckx en Hinault op zijn pad trof, maar heeft desondanks veel en veel verschillende soorten wedstrijden gewonnen; hij bleef fietsen, jaar in jaar uit, en altijd op een hoog niveau. Misschien was ik van mijn 13e tot en met mijn 22e (zo oud was ik toen Zoetemelk ermee stopte, 22 pas, zo jong!) nog niet in staat om zijn zeer nadrukkelijke niet-spectaculaire manier van doen te waarderen. Misschien eiste ik, op grond van mijn leeftijd, ander gedrag van een topsporter dan ik nu doe: wie geen held was en wie zich niet als een held gedroeg, ik bedoel: wie zich niet gedroeg naar het beeld dat ‘ik’ van een held had, telde niet mee.

Als ik hem bezig hoorde en zag tijdens interviews, deze onhandige man die niet uit zijn woorden kwam, dan vond ik dat bijna beledigend, voor mij, voor de kijkers in het algemeen en zelfs voor de interviewer. Ik stelde het gedrag van de interviewer, die op grond van zijn eerdere ervaringen met Zoetemelk kon weten dat deze geen groot prater was, niet ter discussie, sterker nog, ik ging er van uit dat Zoetemelk de plicht had om antwoorden te geven, briljante antwoorden zelfs, in ieder geval minder onbenullige antwoorden dan hij anders gaf, ik ging er van uit dat hij die plicht had als hem iets werd gevraagd – zelfs als hij al ongelooflijk vaak had laten merken dat hij er geen prijs op stelde om te worden geïnterviewd. Doorgaan met het lezen van “Schaamte om Zoetemelk (3)”

Schaamte om Zoetemelk (2)

Het kan altijd erger. Op een helaas niet meer functionerende link vond ik ooit een interview met iemand die langer dan vijf jaar volhield: ‘Jazeker. Ik ben een ongelooooflijke fan van de Tour de France sinds het WK van 1948 hier in Valkenburg. Gouden jaren met Theo Middelkamp en Gerrit Schulte. Ah, Schulte,… maar Briek Schotte won. Ik heb de Belgen nogal vervloekt die dag. Sinds 1948 heb ik van alle tours een plakboek met krantenknipsels bijgehouden. Ik moet even naar mijn archief. (…) Voilà, enkele voorbeelden. Alles netjes verknipt, aangeduid, uitgeteld, en dat van dag tot dag. En hier (…) een interview met mij over de Tour. (…) Neem maar mee, ik heb nog wat kopies. Hebt u trouwens mijn collectie van Vélo (het befaamde Franse wielerjaarboek, nvdr) gezien? Volledig! Is een pak geld waard.’ Ik bedoel maar, fan zijn van de tour sinds het WK van 1948, en het is nu 2003: als de man nog leeft heeft hij er sinds juli 2003 zijn 55e plakboek opzitten.

Ik heb al die jaren nooit geloofd in Joop Zoetemelk. Hoe goed hij ook was – en hij was beter dan alle Nederlandse wielrenners die nu nog actief zijn, ja, ook beter dan twee uitblinkers, Michael Boogerd en Erik Dekker, die op basis van hun erelijst nog niet helemaal tot de absolute top behoren – en hoeveel successen hij in zijn carrière ook behaalde, ik wist gewoon dat hij nooit eens echt spectaculair zou uithalen; wat, tegelijkertijd, zijn kracht was, want anders had hij het nooit zo lang volgehouden ­– zijn carrière begon in 1970 en eindigde in 1987. En juist daarom zou hij nooit een grote held worden. Toch nam de verering van het Nederlandse wielerpubliek, zeker na zijn tourwinst in 1980 en na zijn wereldtitel in 1985, soms groteske proporties aan; want het Nederlandse publiek gaat alleen maar over tot massaal eerbetoon na grote sportprestaties of na zinloos geweld (in het laatste geval noemt men dat eerbetoon ‘een stille tocht’ – stil inderdaad, op een oorverdovende manier, en net zo zinloos als het herdachte geweld). Doorgaan met het lezen van “Schaamte om Zoetemelk (2)”

Schaamte om Zoetemelk

Ooit, heel lang geleden, in 1975, heb ik een poster van Joop Zoetemelk op de deur van mijn kledingkast gehangen (ik bedoel dus: een poster met daarop de beeltenis van Joop Zoetemelk; om precies te zijn: op die poster was een foto van Joop Zoetemelk die een berg beklom afgedrukt, en volgens mij droeg hij de zogenaamde ‘bolletjestrui’ (*), in de Tour de France het merkteken van de leider van het bergklassement). Zo, dat is eruit. Maar hij of zij die zich nooit eens ergens voor heeft hoeven te schamen, werpe de eerste steen; en graag de eerste keer goed raak, anders duurt mijn steniging te lang.

Doorgaan met het lezen van “Schaamte om Zoetemelk”