Gisteren verscheen, tijdens de slotmanifestatie van het festival Literaire Meesters / J. Slauerhoff de bibliofiele bundel Serenades aan Slauerhoff, een bundel die uit het lood is gezet en met de hand gedrukt door René Hesselink van Hinderickx en Winderickx. Deze prachtige uitgave, waarvan er slechts 110 zijn gedrukt, dus haast u, is bij H&W te bestellen en bevat gedichten van Slauerhoff en (0p zijn werk gebaseerde) serenades van het Utrechts Dichtersgilde: Ellen Deckwitz, Ruben van Gogh, Ingmar Heytze, Alexis de Roode en ikzelf. Ik antwoordde op dit gedicht. ‘Tot mijn erfgenaam‘.
Lichaamstaal
Schuw het leeg gezelschap van de dichters. Lees
wat ik daarover schreef. Hoor het. Draai je hoofd
nu naar mijn mond en voel mijn lippen op je vel.
Ik zeg het je. Ik verzucht het in een vers en klaag.
Schuw het leeg gezelschap van gedichten. Kijk
naar de woorden en begrijp. Hun huid is grijs,
hun hersens van gelei. Het vlees is taai geworden
en het heeft zich in hun werk verschanst.
Schuw mij als ik schrijf. Mijn kiloknallerwoorden
en mijn lichaam van de Euroland. Kijk daar:
het varken van de taal wordt in een megastal gemest.
Schuw mij als ik zwijg. Ik pot de woorden op
en breng ze dan in overvloed in omloop. Schaarste
spat in nepvuurregens uit elkaar.
© Chrétien Breukers