Perron Poëzie

Het blad Zuiderlucht had lange tijd een rubriek onder de titel “Perron Poëzie”. Er was plek voor 28 dichters (en Huub Beurskens) die allemaal een bijdrage leverden. Enige spelregel: “het gedicht moest veertien regels tellen, het klassieke format van het sonnet.” Medewerkende dichters zij (onder meer): Frans Budé, Emma Crebolder, Luuk Gruwez, Paul Janssen en Hans van de Waarsenburg. Mijn gedicht:

Hoe?

Hoe zal ik u beminnen? Haal ik de harde hand
van stal of heeft u liever eerst muziek en wijn
en ruis van nepsatijnen lakens?

Zal ik voor u een bok doen toebereiden
in zijn eigen melk? Mijn hoeven zet ik
in uw vlees. Mijn woede reageer ik
af op officieren uit mijn leger.

Fijne spijzen voor de lekkerbek.
Schuimgebak laat ik verkruimelen.
Rosbrief door de gieren bijten.
Het land wens ik te drenken: bier en wijn.

Hoe zal ik u beminnen? Nu of later,
tegenwoordig, onvoltooid? Ik ben uw kater
en zo plooibaar als een tafelkleed.