Dmitri Danilov: Het saaie, het gewone

Je kunt van de poëzie van Dmitri Danilov veel zeggen, maar niet dat zij saai is, of gewoon. Toch heet de keuze uit zijn recentste bundels die onlangs bij Douane verscheen Het saaie, het gewone. Waarschijnlijk doelde de uitgever of de vertaler hiermee op de manier waarop de dichter allerlei ‘gewone’ dingen en gebeurtenissen in zijn eindeloos lange verhaal-verzen opneemt, en de manier waarop hij daarover, ook weer ‘gewoon’, vertelt. Doorgaan met het lezen van “Dmitri Danilov: Het saaie, het gewone

Advertentie

Fragmenten uit Schachnovelle

Geciteerd uit: Schachnovelle, Stefan Zweig, Fisher, 1977 (eerste druk 1943)

Mit einem Ruck stand er plötzlich auf und begann im Rauchzimmer auf und ab zu gehen, erst langsam, dann schneller und immer schneller. Alle blickten wir ihm etwas verwundert zu, aber keiner beunruhigter als ich, denn mir fiel auf, daß seine Schritte trotz aller Heftigkeit dieses Auf und Ab immer nur die gleiche Spanne Raum ausmaßen; es war, als ob er jedesmal mitten im leeren Zimmer an eine unsichtbare Schranke stieße, die ihn nötigte umzukehren. Und schaudernd erkannte ich, es reproduzierte unbewußt dieses Auf und Ab das Ausmaß seiner einstmaligen Zelle; genau so mußte er in den Monaten des Eingesperrtseins auf und ab gerannt sein wie ein eingesperrtes Tier im Käfig, genau so die Hände verkrampft und die Schultern eingeduckt; so und nur so mußte er dort tausendmal auf und nieder gelaufen sein, die roten Lichter des Wahnsinns im starren und doch fiebernden Blick. Aber noch schien sein Denkvermögen völlig intakt, denn von Zeit zu Zeit wandte er sich ungeduldig dem Tisch zu, ob Czentovic sich inzwischen schon entschieden hätte.

(…)

Mit einemmal stand etwas Neues zwischen den beiden Spielern; eine gefährliche Spannung, ein leidenschaftlicher Haß. Es waren nicht zwei Partner mehr, die ihr Können spielhaft aneinander proben wollten, es waren zwei Feinde, die sich gegenseitig zu vernichten geschworen. Czentovic zögerte lange, ehe er den ersten Zug tat, und mich überkam das deutliche Gefühl, er zögerte mit Absicht so lange. Offenbar hatte der geschulte Taktiker schon herausgefunden, daß er gerade durch seine Langsamkeit den Gegner ermüdete und irritierte. So setzte er nicht weniger als vier Minuten aus, ehe er die normalste, die simpelste aller Eröffnungen machte, indem er den Königsbauern die üblichen zwei Felder vorschob. Sofort fuhr unser Freund mit seinem Königsbauern ihm entgegen, aber wieder machte Czentovic eine endlose, kaum zu ertragende Pause; es war, wie wenn ein starker Blitz niederfährt und man pochenden Herzens auf den Donner wartet, und der Donner kommt und kommt nicht. Czentovic rührte sich nicht. Er überlegte still, langsam und, wie ich immer gewisser fühlte, boshaft langsam; damit aber gab er mir reichlich Zeit, Dr. B. zu beobachten. Er hatte eben das dritte Glas Wasser hinabgestürzt; unwillkürlich erinnerte ich mich, daß er mir von seinem fiebrigen Durst in der Zelle erzählte. Alle Symptome einer anomalen Erregung zeichneten sich deutlich ab; ich sah seine Stirne feucht werden und die Narbe auf seiner Hand röter und schärfer als zuvor. Aber noch beherrschte er sich. Erst als beim vierten Zug Czentovic wieder endlos überlegte, verließ ihn die Haltung, und er fauchte ihn plötzlich an:

(Openings)fragment van Life before man

Margaret Atwood, Life before man, eerste uitgave in 1979.

I don’t know how I should live. I don’t know how anyone should live. All I know is how I do live. I live like a peeled snail. And that’s no way to make money.

I want that shell back, it took me long enough to make. You’ve got it with you, wherever you are. You were good at removing. I want a shell like a sequined dress, made of silver nickels and dimes and dollars overlapping like the scales of an armadillo. Armored dildo. Impermeable; like a French raincoat.

I wish I didn’t have to think about you. You wanted to impress me; well, I’m not impressed, I’m disgusted. That was a disgusting thing to do, childish and stupid. A tantrum, smashing a doll, but what you smashed was your own head, your own body. You wanted to make damn good and sure I’d never be able to turn over in bed again without feeling that body beside me, not there but tangible, like a leg that’s been cut off. Gone but the place still hurts. You wanted me to cry, mourn, sit in a rocker with a black-edged handkerchief, bleeding from the eyes. But I’m not crying, I’m angry. I’m so angry I could kill you. If you hadn’t already done that for yourself.

Tomáš Rosický in het bijna-donker

Tomáš Rosický is gestopt met voetballen. Ik heb een van zijn laatste kunststukjes nog gezien, in oktober. Ik zal het nooit vergeten.

Weblog van Chrétien Breukers

Foto: Wikipedia

Op 4 oktober is hij  37 geworden en hij speelt nog, of weer, na een verloren laatste seizoen bij Arsenal. Tomáš Rosický kwam gisteren pas in de tweede helft in het veld voor Sparta Praha. Toen hij aantrad veranderde er iets. Tot zijn komst was het ondanks de fijne sfeer in het stadion een matige wedstrijd. De spelers liepen de hele tijd op een kluitje, hieven buitenspel op als dat helemaal niet hoefde en waren vooral goed in onzuivere passes.

Rosiký maakte daar in zijn eentje een einde aan. Hij liep op het middenveld en gaf de ene fijne bal na de andere, achteloos, alsof hij alleen maar even wilde voordoen hoe het wél moest. Soms omspeelde hij iemand of zette hij een verdediger van Plzeň voor schut. Die lieten dat overigens niet ongestraft passeren, Rosický kreeg de ene schop na de andere. Een beetje eerbied voor voetbalgeschiedenis hebben ze…

View original post 132 woorden meer

Emílie Tomanová, Theodor Storm, Maarten ’t Hart

Natuurlijk weet ik niet wie Emílie Tomanová, geboren Matošková (1933-1994) was. Op Google is wat van haar werk te vinden, typisch Tsjechisch-Magisch-Realistisch. Vakmanschap en de neiging om de werkelijkheid (al dan niet noodgedwongen) een slag te draaien. Het is mooi werk. Bij een antiquariaat vond ik een a-typisch werk van haar, voor bijna niks, het kostte 340 kroon. Ik kocht het omdat ik het mooi vond en zocht thuis op wie de kunstenares was. Doorgaan met het lezen van “Emílie Tomanová, Theodor Storm, Maarten ’t Hart”

Fragmenten uit Krimp

Fragmenten uit Krimp van Justine Le Clercq.

Agressie is geen emotie die is losgekoppeld van de omgeving, het is geen ongeadresseerde productie. Al die adrenaline is geoormerkt. Agressie heeft een afzender en een adres, en daar moet het heen. Niet naar een sportapparaat, niet naar hardloopschoenen, niet naar een boksbal; het is ook niet weg te zuipen, weg te roken, weg te redeneren. Ieder pakketje agressie heeft zijn eigen gerichte bestemming, en het pakketje rust pas als het op de plaats van bestemming is aangekomen.

Een cumulatie van geweld is als de razernij van een revolutie: ongecontroleerd, gevoed door jaren van woede en verwijt. Nee, groots is het allemaal niet. Had ik een ideaal gehad, of was er oorlog geweest, dan had ik iets gehad om voor te strijden, dan was het verleden bedolven geraakt onder het geweld van de strijd.

(…)

Je hebt geweld dat voortkomt uit het verlangen naar de kick erna, naar het gevoel van macht. En je hebt geweld dat rust geeft, bevrijdt, geweld dat noodzakelijk is. Eigenlijk zit seks ook zo in elkaar.

Was het niet schaker Bobby Fischer die zei: God schiep mij en daarna de rest van de mensen om mij te ergeren? Alles heeft me geërgerd, maar Fischer had nog zichzelf — ik niet, ik erger me ook aan mezelf.

De avond ademt als een aangezicht (over Rainer Maria Rilke)

Rainer Maria Rilke kwam van ver. Hij begon als dichter van sentimentele versjes en werd pas na een decennium zwoegen de schepper van het marmeren en albasten oeuvre die hij nog steeds is. Het gedicht dat ik hieronder citeer is uit zijn ‘ontwikkelingsjaren’ die vallen tussen 1898-1902. Rainer was toen tussen zijn drieëntwintigste en zijn vijfentwintigste. In die jaren had hij een relatie met Lou Andreas-Salomé, de zeer getalenteerde, zeer vrijgevochten geleerde en schrijfster (en muze van zo veel schrijvers in die tijd). Doorgaan met het lezen van “De avond ademt als een aangezicht (over Rainer Maria Rilke)”

Mijn opa’s dienden niet in de SS

De oude man op de rommelmarkt zei dat medaille 300 kroon kostte. Ik weet niet waarom mijn begeerte er naar uitging, maar zij ging er naar uit. Het was een klein rond schijfje messing (denk ik) met de tekst ‘Für treue Dienste an der SS’, een onaanzienlijk ding, niet eens een onderscheiding, meer iets dat je kreeg als je geen onderscheiding had verdiend en toch ergens mee naar huis of in de richting van je kist moest worden gestuurd. Het sierlintje zat er nog aan. Ik stond ernaar te kijken als een konijn naar het lamplicht van een auto. ‘Mijn opa’s hebben allebei nog bij de SS gediend,’ zei ik tegen de man. Doorgaan met het lezen van “Mijn opa’s dienden niet in de SS”

Petitie tegen het werk van Balthus

Balthus (Balthasar Kłossowski de Rola, 1908-2001) was schilder. In zijn werk zie je vaak erg jonge meisjes, in wat vroeger bevallige poses heette. Hij was van goede afkomst. Zijn moeder heeft na de scheiding van vader Klossowkski nog een affaire gehad met Rainer Maria Rilke. Pierre Klossowski was zijn broer.

In de Verenigde Staten is nu ophef ontstaan over het schilderij ‘Thérèse Revant’ (‘Thérèse Dreaming’) dat in het Metropolitan Museum of Art in New York hangt. The Guardian bericht erover. Mia Merrill heeft een petitie online gezet die vraagt om de verwijdering van het werk uit het museum: Doorgaan met het lezen van “Petitie tegen het werk van Balthus”

Woody Allen: ouder maar niet sterker

Er is een nieuwe film uit van Woody Allen: Wonder Wheel. Elk jaar een film. Hoe doet hij dat toch? Hij moet wel heel sterk zijn. Of niet? Misschien juist niet. In dit interview met The Guardian zegt hij er zelf iets moois over. Je wordt niet ‘sterker’ van dingen die fout gaan. Je kunt eigenlijk alleen maar doorgaan met wat je doet. In Allens geval: met het schrijven en maken van films.

I don’t believe in the Nietzschean notion that what doesn’t destroy you makes you stronger. You see these soldiers come back with PTSD; they’ve been to war and seen death and experienced these existential crises one after the other. There are traumas in life that weaken us for the future. And that’s what’s happened to me. The various slings and arrows of life have not strengthened me. I think I’m weaker. I think there are things I couldn’t take now that I would have been able to take when I was younger.