Aflevering 8 ging al over Aan barrels van Harry Vaandrager en Memo’s aan een niet-bestaand lief van Marinet Haitsma. Ik wil nog een keer op beide boeken terugkomen, naar aanleiding van deze recensie. Ik citeer:
“In de hedendaagse Nederlandstalige literatuur is Aan barrels hoogstens verwant met auteurs als C.C. Krijgelmans of J.M.H. Berckmans. Die uniciteit an sich maakt deze roman natuurlijk niet tot briljante literatuur – zoals een van de vele verdachtmakingen bij experimenteel proza luidt. Wel is het de vakmanschap en literaire kunde waarmee Vaandrager die schriftuur aanwendt om de lezer intellectueel uit te dagen en emotioneel vast te nemen door hem onmeedogenloos te smijten in de gestoorde, verwarde en emotioneel gebroken gevangenis van maatschappelijke randfiguren.”
Dat ik onderdeel zou zijn van “een van de vele verdachtmakingen” laat ik even voor wat het is. Ik wil me richten op de manier waarop Demeyer Vaandrager de experimentele hoek in fietst: door de manier waarop Vaandrager zijn taal organiseert, en daarmee ritme aanbrengt, te verwarren met “wijsgerige of existentiële vragen”. Demeyer probeert de vorm die Vaandrager kiest (en daarna consequent, en zeker niet slecht, invult) om te toveren tot “experimenteel”, waarbij hij, zoals altijd, of nee zoals zo vaak, het woord “experimenteel” vooral uitholt tot een over de vorm sprekend epitheton.
Op dezelfde manier kun je Memo’s voor een niet-bestaand lief experimenteel noemen, omdat Haitsma óók verwant is met bijvoorbeeld Berckmans, die een niet-aflatende gedachtenstroom op de mensheid losliet, in een particuliere, niet altijd even “schone” taal – net als Haitsma.
Een begrip als “experimenteel” is volgens mij hol geworden, niet meer te gebruiken in het gesprek over literatuur. De een gebruikt het als keurmerk, de ander om er mee te sneren. Maar het woord zegt niets meer over boeken, over literatuur – het wil alleen polariseren. Dat is jammer, en dat is één van de redenen waarom de literaire kritiek is uitgehold. De taal waarvan zij zich bedient is, als door houtwormen, molm geworden.
Waarom Vaandrager en Haitsma, beiden wonend in Rotterdam, niet samengebracht in één recensie? Want het zijn allebei boeken die niet de gebaande paden bewandelen én ze vertellen een verhaal dat “anders” is. Misschien soms wel experimenteel.