Nadenken in mijn hoofd & Uitgeverij In de Knipscheer

Foto: DBNL
Foto: DBNL

Heel lang kon ik moeilijk in slaap komen. Ik lag wakker tot mijn ouders naar bed gingen en als mijn moeder nog even op mijn kamer kwam kijken en vroeg wat er was, zei ik: ‘Ik denk na in mijn hoofd.’ Dan moest ze lachen. ‘Waar moet je anders denken?’ Ik vond het geruststellend dat de activiteit die me zo lang wakker had gehouden ‘gewoon’ bleek te zijn.

Ik was een zorgelijk kind. Een beetje een tobber. Als ik nadacht in mijn hoofd was ik vooral bezig met het oplossen van onoverzienbaar grote problemen die zich nog niet hadden voorgedaan. Zou ik in de toekomst de juiste bruid kiezen? Zou ik, als ik een ongeluk kreeg, nog wel kunnen lopen, want hoe erg zou ik het vinden als ik mijn leven lang in een rolstoel moest zitten? En zo voort.

Ook dacht ik na over mijn liefde voor een klasgenote. Mijn schoolvriend was ook verliefd op haar en we konden uren speculeren over de vraag met wie van ons twee ze later een relatie zou krijgen. Gek genoeg voelden we onderling geen jaloezie. Ze was een onderwerp van gesprek als alle andere: ‘Is Arendsoog leuker om te lezen dan De Koning van Katoren?’ of ‘Als ik later op de middelbare school zit, wil ik dan Russisch leren?’. Ze had al verkering met een andere jongen uit onze klas.

Het nadenken in mijn hoofd werd na mijn veertiende vervangen door het lezen van literatuur. Of misschien is vervangen niet het juiste woord, het werd erdoor aangevuld. Ik verhuisde van de kamer van mijn broer en mij naar een eigen kamer, die mijn vader ooit als ‘werkkamer’ gebruikte en waar hij nooit kwam. Nu stond ik aan het hoofd van mijn eigen 9 vierkante meter, inclusief wasbak.

Een van de eerste literaire boeken die ik zelf kocht, voor één gulden in De Slegte in Maastricht, was Over de leegte in de wereld van Leon de Winter. Je kunt over De Winter veel zeggen, veel kwaads ook, maar ik zal altijd een zwak voor hem houden, omdat hij een van de eerste schrijvers was die ik op eigen houtje ‘ontdekte’. Onlangs kreeg ik een email van de toenmalige uitgever van De Winter, In de Knipscheer. Die begon zo: ‘Weet u het nog? Op 1 november 1976 debuteerde In de Knipscheer als uitgever met verhalenbundels van twee debuterende auteurs: Leon de Winter met Over de leegte in de wereld en Craig Strete met Als al het andere faalt kunnen we de zweep leggen over de ogen van het paard en hem laten huilen en slapen.’ Natuurlijk wist ik dat niet meer. Op 1 november 1976 was ik 11 en aan het nadenken in mijn hoofd.

De uitgeverij zorgde in de jaren waarin ik literatuur begon te lezen wel voor heel wat bijzondere boeken, die ik zonder het uitgeefbeleid van Jos (inmiddels al jaren dood) en Franc nooit had leren kennen. De (proza)debuten van Herman Brusselmans en Eriek Verpale, Alfred Birney, de romans van Boelie van Leeuwen, het merkwaardige oeuvre van Edgar Cairo, het poëtische proza, of de prozaïsche poëzie van Mark Insingel en Edgar Mittelhozers klassieker Een ochtend op kantoor. Zelfs een boek van Graa Boomsma, Vrijheid in de steigers, een literaire zwerftocht door Amerika, heeft iets voor me betekend. Via hem maakte ik kennis met het werk van Richard Brautigan, Donald Bartelme en William Kotzwinkle.

Nu Knipscheer 40 jaar bestaat, hebben ze een nieuwe vertaling van Craig Strete op de markt gebracht. Craig Strete is een native American. Vroeger zeiden we Indiaan, maar dat is niet langer de bedoeling. Deze keer is het geen verhalenbundel, maar een roman: De dronken detective. Ik ben benieuwd naar deze parodie op een genre. Strete is een van die auteurs die Knipscheer door de jaren heen is blijven uitgeven. De uitgeverij noemt zich nu ‘kleurrijk’ en dat is ook zo. Veel ‘wereldliteratuur’ is via Haarlem (en een tijdlang Amsterdam) voor het eerst tot Nederland gekomen. Maar Knipscheer is toch vooral dat ene bedrijf dat ervoor heeft gezorgd dat het titelaanbod jarenlang een bijzonder randje had en soms nog heeft.

Een gedachte over “Nadenken in mijn hoofd & Uitgeverij In de Knipscheer

Plaats een reactie