In slaap vallen boven je werk (naar aanleiding van Gerrit Krol)

Foto Wikipedia / Roeland Fossen
Foto Wikipedia / Roeland Fossen

Een goede schrijver is herkenbaar daaraan dat hij bij zijn volle verstand, met alle zeilen bij, gelijk een koe die een haas vangt, naar de lucht zit te kijken en denkt: waarover zal ik ’t eens hebben vandaag. Een goede schrijver heeft nogal ’s last van slapeloze nachten. Zijn geweten spreekt, hij heeft niet hard genoeg gewerkt vandaag, hij heeft genoten van het leven en de aarde en die daarop wonen heeft hij liefgehad en nu heeft hij, in zijn bed woelend, spijt dat hij niet meer geschreven heeft vandaag. Geen goede schrijver overigens zal deze gelegenheid – al die stille, nachtelijke uren – aangrijpen om zijn woelende gedachten vast te leggen; dat zal hij niet doen, want dan is hij weer net zo ver als toen hij achttien was. Een schrijver heeft geen gedachten voor hij met een pen in zijn hand zit. Daarom: hij zal geduldig wachten tot het dag is, opstaan, weten dat hij gezondigd heeft (gisteren niet geschreven), en vandaag met een ijzeren plichtsbetrachting aan het werk gaan; met de pen in de hand wachten tot de eerste gedachten komen en boven dat papier zal hij nogal ’s in slaap vallen. Een kronkelig spoor aanschouwt hij bij het wakker worden: de weg die zijn pen gevolgd heeft. Bron: De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels, Querido, Amsterdam, 1981, ook op DBNL.

Doorgaan met het lezen van “In slaap vallen boven je werk (naar aanleiding van Gerrit Krol)”