Dichters uit de bundel betere bloemlezing dan Dikke Pfeijffer

cropped-dubvoorplat.jpgIn het Haarlems Dagblad een mooie recensie op Dichters uit de bundel, met fraaie openingszinnen: Dichters uit de bundel van Chrétien Breukers en Dieuwertje Mertens is een betere bloemlezing dan de dikke Pfeijffer. Ze zijn strenger en durven ook bij de nieuwe lichting meer af te wijzen. Recensent Eric Koks volledige bespreking staat hieronder: Doorgaan met het lezen van “Dichters uit de bundel betere bloemlezing dan Dikke Pfeijffer”

Dichters uit de Bundel in de Volkskrant

dieuwertjechretienVandaag in de Volkskrant: Rob Gollin interviewt de vier bloemlezers die verantwoordelijk zijn voor de drie grote overzichtsbloemlezingen die op dit moment in Nederland en Vlaanderen te koop zijn: Jozef Deleu, Ilja Leonard Pfeijffer en Dieuwertje Mertens / Chrétien Breukers. De tekst is te vinden in de papieren krant en daarna op Blendle. De vier bloemlezers reageren op stellingen die Gollin voorlegde. Dichters uit de bundel is verkrijgbaar in de betere boekhandel, in webshops en via Uitgeverij Marmer.

Gij zult niet bloemlezen (Louis Th. Lehmann)
Deleu: ‘Het gebod van deze gerespecteerde dichter vind ik niet relevant. Hij heeft zichzelf later laten bloemlezen door Komrij. Natuurlijk geven bundels een vollediger beeld van een dichter, maar de meesten zullen best tevreden zijn met een kritische keuze uit hun werk. Je krijgt er alleen geen stuiver voor. Maar poëzie levert sowieso geen stuiver op.’
Breukers: ‘Ferme taal van Lehmann. Mooi gezegd. Maar hij kwam erop terug.’
Mertens: ‘Een bloemlezing kan ook een nieuwe context geven. De dichter vindt zichzelf terug tussen tijd- en generatiegenoten.’
Pfeijffer: ‘Ik snap het wel. Een bundel is vaak meer dan een verzameling losse gedichten, het is een bouwwerk. Maar er is genoeg poëzie die op zichzelf kan staan. Bovendien: als je onsterfelijk wil worden, en welke dichter wil dat niet, vormt opname in een bloemlezing daarvoor de beste garantie.’

Binnenkort: Dichter uit de bundel, nieuwe bloemlezing

dubvoorplatBinnenkort verschijnt Dichters uit de bundel, een vuistdikke niet-canonvormende bloemlezing vol klassiekers en klassiekers-in-wording.

In Dichters uit de bundel zijn de meest recente periode en de vernieuwingen van de hedendaagse Nederlandstalige poëzie in kaart gebracht. Ook laat deze bloemlezing zien hoe de dichter zich tegenwoordig steeds meer buiten de bundel profileert en welke weerslag dat heeft op de poëzie in het algemeen. Doorgaan met het lezen van “Binnenkort: Dichter uit de bundel, nieuwe bloemlezing”

Die langzaam, onbestemd wegdreven op ijsschotsen

In 2012 verscheen bij de inmiddels verdwenen uitgeverij Compaan De vijftig beste gedichten van Wim Brands. Ik koos de gedichten en schreef er een nawoord bij. In februari 2014 verscheen een herdruk van het boek, die nog steeds te koop is. In de betere boekhandel én online. Hieronder mijn nawoord:

In poëzie kan heel veel gezegd worden, maar nog veel meer verzwegen. De poëzie van Wim Brands bevindt zich ergens op de grens tussen zeggen en zwijgen, alsof de dichter nog niet goed kan (of wil) kiezen wat hij gaat doen. In het gedicht ‘Stoet’ op bladzijde 27 beschrijft hij zijn poëtische procedé, volgens mij. Doorgaan met het lezen van “Die langzaam, onbestemd wegdreven op ijsschotsen”

Perron Poëzie

Het blad Zuiderlucht had lange tijd een rubriek onder de titel “Perron Poëzie”. Er was plek voor 28 dichters (en Huub Beurskens) die allemaal een bijdrage leverden. Enige spelregel: “het gedicht moest veertien regels tellen, het klassieke format van het sonnet.” Medewerkende dichters zij (onder meer): Frans Budé, Emma Crebolder, Luuk Gruwez, Paul Janssen en Hans van de Waarsenburg. Mijn gedicht:

Hoe?

Hoe zal ik u beminnen? Haal ik de harde hand
van stal of heeft u liever eerst muziek en wijn
en ruis van nepsatijnen lakens?

Zal ik voor u een bok doen toebereiden
in zijn eigen melk? Mijn hoeven zet ik
in uw vlees. Mijn woede reageer ik
af op officieren uit mijn leger.

Fijne spijzen voor de lekkerbek.
Schuimgebak laat ik verkruimelen.
Rosbrief door de gieren bijten.
Het land wens ik te drenken: bier en wijn.

Hoe zal ik u beminnen? Nu of later,
tegenwoordig, onvoltooid? Ik ben uw kater
en zo plooibaar als een tafelkleed.

Recensie “Ik ben niet gek”

“De bloemlezing ‘Ik ben niet gek! [ik ben een gedicht]’ presenteert zich al in zijn opbouw als gekkenwerk. Het bevat welgeteld 11×11 gedichten – elf is het getal der gekken – waarbij elf dichters (gemiddeld) 7×11 gedichten aangeleverd hebben en 4×11 dichters elk één. Als bewakers omheen dit ‘zootje ongeregeld’ staat vooraan en achteraan telkens nog een extra gedicht van Frank Pollet en Chrétien Breukers, de twee samenstellers van de bloemlezing. Deze bewakers roepen onmiddellijk verwachtingen op.”

Lees de hele recensie van Xavier Roelens op CuttingEdge.

Drie nieuwe boeken

De afgelopen maanden verschenen drie nieuwe boeken:

Bij uitgeverij Augustus verscheen in november 2009 Schrijfwijzer voor het web, een co-productie met Merel Roze.

In januari 2010 verscheen mijn nieuwe dichtbundel, Het is niet anders, bij Weideblik. De tekeningen in het boek zijn van de bijzondere kunstenaar Hans Lemmen.

In maart 2010 verscheen de bloemlezing Ik ben niet gek (ik ben een gedicht), samengesteld met Frank Pollet en uitgegeven door de onvolprezen uitgeverij P te Leuven.

Opgenomen in Groot Verzenboek

“Chrétien Breukers is een van de dichters van wie voor het eerst een gedicht wordt opgenomen in Groot Verzenboek van Jozef Deleu. De 14de, uitgebreide en herziene editie die op 8 september bij Lannoo verschijnt, bevat niet de gebruikelijke 500 maar 555 gedichten. Omdat hij 35 gedichten uit de vorige editie heeft weggelaten, kon Deleu 90 nieuwe gedichten opnemen. ‘De oude meesters blijven aandacht krijgen, maar de jonge dichters doen prominent hun intrede. De bloemlezing werd daardoor hedendaagser, maar ze blijft wel thematisch,’ zegt hij in een interview met Philip Hoorne op de website van het weekblad Knack.” Deleu koos voor het gedicht ‘Tongebreek’ uit de bundel Tongebreek & Niemendal.

Tongebreek

Wij konden ons verstaan. Wij stemden met ons in.
Toen brak van één de tong. Hem sloeg de taal uiteen.

Het was een stille dag. Wij wisten het nog niet.
Wij zouden snel verspreid. Wij zouden ruw verstrooid.

Wij zouden weg van huis en haard. Onze vaders
achterlatend naar een verre streek. Zonder naam

en met een dikke strot. Mompel klonk voortdurend
om ons heen. Gelach. Geklaag. Gebed. Geteem.

De wereld was zo groot. Wij werden her en der
gemoord. Geduld. Gehoord. Zij konden ons verstaan

en deden dat met harde hand. Of zacht. Of niet.
Wij bouwden ons een huis. Maar wat geen spraak beschrijft

hangt als de – hangt voornaam – hangt – hangt nog
als een nevel – steekt als een angel in de keel.

© Chrétien Breukers

Gedicht in bloemlezing ‘Dicht!’

dichtHet gedicht ‘Wil je dat ik een verhaal vertel’ uit Korte geschiedenis van het voorafgaande staat in de bloemlezing Dicht!

Ik citeer de flaptekst: ‘De populariteit van slamdichters en rapteksten geeft de nieuwe poëzie een helder en origineel geluid. Henk van Zuiden verzamelde gedichten en teksten die geschikt zijn voor iedereen – maar toch vooral voor jongeren werden gekozen. Daarom kun je in deze bundel (slam)gedichten vinden vol humor en ironie en snelle en ritmische rapteksten van onder anderen Brainpower en Yes-R.’

Samensteller Henk van Zuiden selecteerde werk van onder meer Bart Chabot, Martin Bril, Erik Jan Harmens, Hagar Peeters, Bart FM Droog, Ali B, Lange Frans & Baas B. Nu nog Napels zien, en dan sterven. Het boek is verkrijgbaar voor slechts € 5!